Limburgse politici op studiereis naar Friesland voor taalstatus Een delegatie Limburgse politici, waaronder gedeputeerde van Cultuur en Erfgoed Jos van Rey, is onlangs op studiereis geweest naar Friesland om meer te leren over de taalstatus van het Fries. Friesland is een van de twee Nederlandse provincies waar een streektaal een officiële status heeft. In 1956 werd het Fries erkend als tweede bestuurstaal naast het Nederlands. Sindsdien is er veel ervaring opgedaan met het implementeren en handhaven van een taalstatus. De Limburgse politici wilden met eigen ogen zien hoe het Fries in de praktijk wordt gebruikt en welke kansen en uitdagingen er zijn verbonden aan een taalstatus. Ze bezochten scholen, overheidsinstellingen en culturele organisaties om te horen hoe zij het Fries in hun dagelijkse werk integreren. Van Rey was onder de indruk van “de positieve en constructieve manier waarop het Fries in Friesland wordt omarmd”. Hij benadrukte het belang van een breed draagvlak voor een taalstatus en de noodzaak om de taal op een natuurlijke manier te integreren in het dagelijks leven. De studiereis is onderdeel van de voorbereidingen voor een mogelijke taalstatus voor het Limburgs. De provincie Limburg onderzoekt momenteel de mogelijkheden om het Limburgs een officiële status te geven naast het Nederlands. Door kennis en ervaringen te delen met Friesland hoopt de Limburgse delegatie te leren van de successen en knelpunten die in Friesland zijn opgedaan. De bevindingen van de studiereis zullen worden meegenomen in de afweging of het Limburgs een taalstatus zal krijgen of niet.
Limburgse politici bezoeken Friesland voor overleg over taalbeleid Een delegatie Limburgse politici heeft donderdag een werkbezoek gebracht aan Friesland. Doel was om kennis te nemen van de Friese taalstatus en de ervaringen van de provincie op dit gebied. De Limburgse delegatie, bestaande uit gedeputeerde Herman Vrehen, Statenleden Esther Heijs en Nico Schreurs, en waarnemend griffier Ger Klein, werd ontvangen door Friese gedeputeerde Sietske Poepjes en Statenlid Johannes Kramer. Tijdens het bezoek werden verschillende onderwerpen besproken, waaronder de officiële erkenning van het Fries, de ondersteuning van Friese cultuur en taalonderwijs, en de mogelijkheden voor samenwerking tussen Limburg en Friesland op het gebied van taalbeleid. “Wij vonden het een zeer interessant en leerzaam bezoek,” aldus Herman Vrehen. “Het was goed om te zien hoe Friesland de taalstatus van het Fries heeft geregeld en welke successen daarmee zijn geboekt.” Sietske Poepjes benadrukte het belang van een sterke taalstatus voor een regio. “Taal is onderdeel van onze identiteit en ons erfgoed. Door het Fries een officiële status te geven, hebben we de taal kunnen behouden en bevorderen.” De Limburgse politici gaven aan dat ze de opgedane kennis en ervaringen zullen meenemen bij de verdere uitwerking van het Limburgse taalbeleid. “Het bezoek heeft ons nieuwe inzichten en inspiratie gegeven,” aldus Vrehen. “Wij zullen de Friese ervaringen gebruiken om ons eigen taalbeleid verder te versterken.” Het werkbezoek is onderdeel van een breder proces waarbij de provincie Limburg zich oriënteert op de mogelijkheden voor een versterkte taalstatus van het Limburgs. In september vorig jaar besloot de Limburgse Staten een wetsvoorstel in te dienen bij de Tweede Kamer voor de officiële erkenning van het Limburgs.
