Provincie Limburg moet € 36,7 miljoen terugbetalen voor mislukte sneltramlijn De Nederlandse overheid eist dat de provincie Limburg € 36,7 miljoen terugbetaalt voor de nooit gerealiseerde sneltramlijn tussen Maastricht en Hasselt. Het project werd in 2013 afgeblazen nadat bleek dat de kosten veel hoger uit zouden vallen dan gedacht. Mislukt project De sneltramlijn, die een verbinding zou vormen tussen Maastricht en het Belgische Hasselt, werd in 2005 aangekondigd. Het project had een geschatte kostprijs van € 243 miljoen. Echter, na jaren van vertragingen en gestegen kosten werd het project in 2013 geannuleerd. Overheid eist terugbetaling Nu eist de Nederlandse overheid dat de provincie Limburg € 36,7 miljoen terugbetaalt. Dit bedrag is het deel van de provinciale bijdrage dat niet is besteed aan het project. De overheid stelt dat de provincie geen recht heeft op het geld, aangezien het project niet is uitgevoerd. Provincie bestrijdt terugbetaling De provincie Limburg bestrijdt de eis van de overheid. De provincie stelt dat de overheid zelf medeverantwoordelijk is voor het mislukken van het project. De provincie wijst erop dat de overheid de oorspronkelijke kostenraming heeft goedgekeurd en dat de provincie altijd heeft gehandeld in lijn met de instructies van de overheid. Juridische strijd De zaak wordt nu juridisch uitgevochten. De provincie Limburg heeft een bezwaarschrift ingediend tegen de eis van de overheid. Als het bezwaar wordt afgewezen, kan de provincie in beroep gaan bij de rechtbank. Financiële consequenties Als de overheid de zaak wint, zal de provincie Limburg een aanzienlijk bedrag geld moeten terugbetalen. Dit kan financiële consequenties hebben voor de provincie, die al worstelt met financiële problemen.Provincie Limburg moet 36,7 miljoen terugbetalen voor niet-gerealiseerde sneltramlijn
Provincie Limburg moet 36,7 miljoen terugbetalen voor niet-gerealiseerde sneltramlijn De Nederlandse regering eist 36,7 miljoen euro terug van de provincie Limburg. Dit bedrag was eerder toegekend via een Actieprogramma Regionaal Openbaar Vervoer (AROV) voor de aanleg van een sneltramlijn tussen Hasselt en Maastricht. Afgesloten project Het sneltramlijnproject is inmiddels afgeblazen. Eind 2022 stopte de gemeente Hasselt het project, dat al miljoenen euro’s had gekost. De provincie Limburg en de gemeente Maastricht hadden toen al 22,6 miljoen geïnvesteerd. Terugbetalingsverzoek Omdat het project niet is doorgaan, moeten de toegekende middelen worden terugbetaald. De provincie Limburg heeft eerder een verzoek ingediend om het geld te gebruiken voor andere regionale projecten. Niet-bereikte doelen De AROV-overeenkomst had als doel de regionale bereikbaarheid te verbeteren. Aangezien het sneltramlijnproject dat doel niet heeft bereikt, moeten de middelen terug naar het ministerie. Gesprekken over alternatieven Het ministerie blijft in gesprek met de provincie Limburg over alternatieve vervoersoplossingen en de verbetering van de bereikbaarheid in de regio. Daarbij worden ook financiële knelpunten besproken.
De provincie Limburg moet 36,7 miljoen euro terugbetalen aan de overheid. Dit bedrag is het restant van de subsidie die de provincie in 2003 ontving voor de aanleg van een sneltramlijn tussen Maastricht en Hasselt. Het project werd echter nooit gerealiseerd en het geld is inmiddels teruggevorderd door het Rijk. De sneltramlijn was in 2003 onderdeel van het ‘Masterplan Regio Eindhoven-Maastricht-Aken’. Het doel was om de regio beter bereikbaar te maken en de economische ontwikkeling te stimuleren. De provincie ontving 73,4 miljoen euro subsidie van het Rijk voor de aanleg van de lijn. Het project liep echter al snel vertraging op doordat er geen overeenstemming kon worden bereikt met België over het tracé. Ook het Nederlandse traject stuitte op bezwaren van omwonenden en natuurorganisaties. In 2009 werd besloten om het project te stoppen. De provincie had toen al 36,7 miljoen euro van de subsidie uitgegeven. Dit bedrag heeft het Rijk nu teruggevorderd. De provincie Limburg heeft aangegeven dat ze in beroep gaat tegen de terugvordering. De provincie stelt dat ze alles in het werk heeft gesteld om het project te realiseren, maar dat dit door omstandigheden buiten haar macht is mislukt.
